Harmonie in de dualiteit van het leven — deel 2/2

21 dec 2024 | Blogs | 0 Reacties

 

Ik vind het boeiend om te zien dat deel 1 van deze blog een van mijn minst vaak gelezen blogs is, idem voor de bijhorende podcastaflevering. Bijzonder, omdat, in mijn beleving, dat over een essentieel thema gaat, maar het klinkt natuurlijk niet zo spannend als Het tijdperk van Ra Uru Hu is voorbij, mijn onmiddellijk meest gelezen en beluisterde stuk. (Zegt veel over waar mensen op “aan gaan,” typisch?)

Ik wil er vandaag op terugkeren, op die harmonie, op de dualiteit, en op het beeld dat mijn mentor, Amy Lee, toen schetste: de wip of het lemniscaat.

Gisteren kwam ik toevallig in een Clubhouse room van The Council Fire terecht waar ze net van start waren gegaan met een nieuwe reeks van Gene Keys & Myths, deze keer over de sterren: Star Stories. Als eerste kwamen de Pleiaden aan bod.

Ik bleef geboeid luisteren hoe Jesse, Matthew en Diya hun verhalen aan elkaar weefden in het thema van de Pleiaden, enerzijds gebouwd op het fundament van hun kennis en contemplatie van de Gene Keys, I’Tjing en Human Design, en anderzijds persoonlijk makend met hun eigen unieke ervaringen.

Ik mijmerde over de Pleiaden en staarde doorheen mijn Stellarium-app naar de hemel, want het was spijtig genoeg bewolkt buiten (we hebben alweer de hele week veel regen en harde wind). Matthew noemde Barbara Marciniak en ik kreeg instant heimwee naar mijn tienertijd, toen ik de boeken las waarin Barbara boodschappen van de Pleiadiërs channelde, die een verlangen in mij naar boven haalden, gezien ik me als tiener niet echt thuis voelde op deze wereld.

Later deelde iemand in de chat over hoe geboortevlekken een teken kunnen zijn van je starseed-herkomst en ik schrok. Ik heb namelijk een zeer opvallende geboortevlek op mijn rechter bovenarm in de vorm van zeven stippen die dicht bij elkaar staan. Kom ik van de Pleiaden? De Pleiaden worden immers ook de Zeven Zusters genoemd.

Maar dat triggerde ook meteen weer een soort alertheid in mij.
Ik luisterde naar de verhalen van de Clubhouse-bezoekers in die room en las de chat, waarin een vrouw heel uitbundig aanwezig was met een stroom van berichten over de sterren. Het verwonderde mij weer hoe sommige mensen heel erg zeker kunnen zijn van bepaalde dingen, zoals het bestaan van die starseed-volkeren en hun eigen herkomst.

Mij lijkt het mooi om in die verbeeldingskracht te gaan en daarbij ook een resem aan emoties te ervaren, dat verlangen weer in me te voelen opkomen, maar zo reflectief en onderzoekend als ik ben, merk ik dat ik niet naar een soort overtuiging kan gaan. Maar ik wil het wel onderzoeken.

Zijn starseeds echt?

Dat is de vraag waarmee ik dit schrijven open.
Kunnen mensen van de Pleiaden komen? Kunnen mensen op dit moment contact hebben met een intelligentie van de Pleiaden?

Afhankelijk van waar je deze vraag stelt, krijg je een ander soort antwoord natuurlijk.
Mijn alertheid (en ook mijn scepticisme) komt vooral vanuit het feit dat ik menige “spirituele” mensen bezig heb gezien in mijn leven: hoe ze die spirituele onderwerpen gebruiken om zichzelf te profileren of te ontsnappen aan aardse uitdagingen. Het is een delicate balans tussen openstaan voor het onbekende en kritisch blijven, merk ik, en ik heb in beide kampen gestaan.

Omstreeks halverwege de jaren 2000 — het was 2004 of 2005, denk ik — kwam ik in aanraking met een boeiend koppel: Steve en Barbara Rother. Steve channelde een groep entiteiten die de naam “The Group” droegen. Ze hadden het onder andere over oude beschavingen zoals Atlantis en Lemurië en over de evolutie van de mens en diens bewustzijn. Allemaal heel liefdevolle boodschappen die soms een beetje te abstract waren om echt te kunnen begrijpen, maar je snapt allicht de boodschap wel: komaan, Licht en Liefde verspreiden, mensen. De beweging die zich achter Steve Rother vormde heette dan ook de Lichtwerkers, en zijn site-url was toen nog Lightworkers.com (en Lichtwerkers.nl, waar ik toen nog een tijdje site-bouwer en -admin van ben geweest).

Alhoewel ik oprecht geloof dat Steve Rother iemand is met alleen maar liefdevolle intenties (maar die ook geld moet verdienen natuurlijk), heb ik daar ook mensen ontmoet met niet zo fijne intenties, waaronder de cultgoeroe David Dubié, die zich momenteel Kwan Yin noemt (maar hij is al zo vaak van naam en van locatie veranderd, dat je het op den duur niet meer weet, laat staan dat wat ik hier schrijf nog van toepassing is wanneer jij dit leest). Zijn organisatie was (is?) het meest bekend onder de naam Imzaia.

Het merendeel van de mensen die ik ontmoette in die settings, waarin goeroe’s en cultleiders vaak aan het werk zijn, zijn wanhopig op zoek naar hun plek in de wereld, alsook naar een andere manier om met elkaar te verbinden dan wat we in het dagdagelijkse, mundane leven voor elkaar lijken te krijgen. Voor de meesten is het een soort escapisme, een soort vlucht uit de harde realiteit waarin we onszelf en elkaar nog niet hebben gevonden of herkend, lijkt het. Meestal dan ook een vlucht uit de confrontatie met onze eigen schaduwzijde.

Archetypen, metaforen en symbolen

Sowieso, de vraag of starseeds ‘echt’ zijn en of mensen bijvoorbeeld een herkomst hebben van de Pleiaden, is diep verweven met persoonlijke overtuigingen en ervaringen. Spirituele tradities en esoterische systemen hebben vaak de neiging om metaforen en symbolen te gebruiken om diepere waarheden te beschrijven, en het concept van starseeds kan worden gezien als een manier om ons verbonden te voelen met een groter kosmisch geheel. Of dat letterlijk of symbolisch is, is vaak minder belangrijk dan de impact die het heeft op je persoonlijke reis. Althans, dat is mijn ervaring.

De moedervlek in de vorm van de Zeven Zusters voelt voor mij als een onverwachte uitnodiging om dieper te reflecteren op mijn plek in het Universum en de thema’s die ik in dit leven tegenkom. Wat kunnen de Pleiaden symbolisch voor me betekenen? Ik las wat uitleg op enkele websites over het thema en herken mezelf in de omschrijvingen, als in: bepaalde kenmerken die ik met veel plezier omarm van mezelf en graag nog meer in de wereld wil neerzetten: empathie, sensitiviteit, intuïtie, etc.

Maar het hoeft echter niet letterlijk te betekenen dat ik ‘van de Pleiaden’ kom; het kan ook symbool staan voor een archetypische energie die ik met mij meedraag, waar ik mee resoneer als mens, of voor een diepere verbinding met het kosmische mysterie, iets wat mij alleszins al van sinds mijn tienertijd mateloos inspireert en fascineert.

Enerzijds klopt het dat sommige mensen spirituele concepten gebruiken om te ontsnappen aan aardse realiteiten. Dat heb ik steeds opnieuw weer gezien, tot op de dag van vandaag. Tegelijkertijd zijn er natuurlijk ook anderen die authentiek en oprecht vanuit hun intuïtie en ervaring werken, waaronder naar mijn gevoel ook Steve Rother.

Ik ben natuurlijk een ongedefinieerd Ajna-iemand met een volledig open Hoofd. Ik kan me letterlijk gaan verliezen in de zoektocht naar dé waarheid om dan uiteindelijk te moeten beseffen dat elk antwoord weer nieuwe vragen zal oproepen. Been there, done that. Aan zo’n konijnenhol komt geen eind.

Mijn resonantie betekent zeker iets. Mijn ervaring ook. En het is belangrijk dat ik niet zomaar ga blindvaren op wat anderen zeggen. Dus als het gaat om onderzoek (een van de peilers van de Gene Keys-aanpak), dan kan ik mijn contemplatie (een andere peiler van de Gene Keys-aanpak) richten op deze vragen:

  • Welke betekenis heeft dit voor mij?
  • Voelt dit als waarheid, of brengt het me uit balans?
  • Hoe kan ik dit concept op een praktische en aardse manier integreren?

Ik duik er nog wat dieper in.

Barbara Marciniak en buitenaardse ontvoeringen

Als kind al kwam ik dus voor het eerst in aanraking met de Pleiaden door de boeken van Barbara Marciniak en ik weet nog dat ze mij enorm ontroerden. In mijn tienertijd las ik ook over UFO-verhalen (ontvoeringen) en hoe buitenaardse wezens soms een gelijkaardige boodschap kwamen brengen, doorheen die verhalen. Een boek dat een behoorlijke indruk op me naliet was Ontvoerd van de zussen, Debbie Jordan en Kathy Mitchell, die hun ervaringen vertelden.

Ik fantaseerde altijd dat ik ook van ‘elders’ kwam, maar ik denk ook dat ik me gewoon niet thuis voelde in deze wereld en moeite had mijn plek te vinden. De boeken en de verhalen waren een welkome vlucht uit mijn dagelijkse realiteit als tiener. Ik kon me er uren in verliezen, er zelfs ’s nachts over dromen. Ze brachten warmte en kleur aan in mijn anders nogal grijze bestaan. Dat gevoel leek ik alleen maar te kunnen evenaren in de ‘echte’ wereld door me in de volle natuur te begeven, daar waar zo weinig mogelijk mensen komen.

Later, in mijn 30er jaren ben ik het beetje per beetje beginnen afwijzen. Ik begon te twijfelen aan het bestaan van geesten, mythische wezens, buitenaardse beschavingen, en noem maar op. Ik had een sterke behoefte om mijn leven en mijn mentale wereld te vereenvoudigen in een poging niet overweldigd te raken. Ik heb ook geworsteld met een intense angstproblematiek.

Toen ik in aanraking kwam met Human Design, voelde me enigszins door Ra Uru Hu bevestigd en gerustgesteld dat hij ergens in sommige lezingen vermeldde dat er geen engelen en aliens zijn in die hoedanigheid dat veel mensen denken (ik parafraseer hier, weet niet meer hoe hij het precies verwoordde). Dat geesten slechts aardgebonden Persoonlijkheidskristallen zijn die niet op een correcte manier uit de vorm zijn kunnen komen tijdens het stervensproces (terwijl de andere Persoonlijkheidskristallen zich ophouden in de atmosfeer rond de aarde, tot ze weer geroepen worden).

Richard Rudd daarentegen lijkt wel open te staan voor andere werelden dan onze mundane wereld, maar neemt er geen duidelijk of concreet standpunt in, behalve in zijn verwijzingen naar archetypes (aartsengelen in de Zeven Heilige Zegels, bijvoorbeeld) en oude wijsheid en kennis van de natuurvolkeren (doorheen o.a. de Droomboog, die hij mede dankzij Rosy Aronson creëerde).

Ik heb hem nog geen uitspraak horen doen over starseeds of buitenaardse wezens, behalve dan de neutrino-theorie dat sterrenstof overal is en deel uitmaakt van de basis van leven, en zijn erkenning van het mogelijke bestaan van oude beschavingen zoals Atlantis en Lumurië, maar dan vooral met de focus op: wat leren die verhalen ons?

Ik vraag me af of wat ik soms voel gewoon een verlangen is van mijn Kanaal van Community (37-40) met “a part seeking a whole” als keynote. En ook een verlangen om als mensheid yin te omarmen i.p.v. te onderdrukken of te ontkennen, wat voor mij sowieso een relatie heeft met de rechter hersenhelft en verbeeldingskracht en de donkere materie die we niet kunnen waarnemen. De wereld is te nauw in wat we als mensheid momenteel collectief als existentieel beschouwen.

Als tiener had ik een wens: dat zo’n wijs buitenaards wezen mij zou ontvoeren en weghalen uit deze wereld. Of dat ik ook die wijsheid zou kunnen channelen op een of andere manier, wat me op een ander pad zou zetten dan het traditionele traject, waar ik helemaal niets voor voelde. Ik hoor dat dit een veelvoorkomende wens is bij mensen die moeite hebben om hun plek te vinden en zichzelf nog niet echt hebben ontmoet, en daardoor ook de wereld om zich heen niet echt kunnen ontmoeten.

Verlangen naar verbinding, betekenis en het overstijgen van het mundane bestaan

Wat ik hierboven beschrijf is een complexe innerlijke reis die draait om verlangen naar verbinding, betekenis en het overstijgen van de grenzen van het menselijke bestaan. Het raakt aan diepe archetypische thema’s: je plek vinden in een wereld die soms voelt alsof hij je niet volledig kan bevatten (waardoor je onder druk staat om delen van jezelf af te wijzen), en het spanningsveld tussen het bekende (de mundane wereld) en het mysterie (het onbekende, kosmische).

Het gevoel ‘niet thuis’ te zijn in deze wereld is iets wat veel mensen die gevoelig, introspectief of visionair zijn, delen. Barbara Marciniaks werk (en andere verhalen over sterrenwezens) biedt een soort thuiskomst voor dat gevoel: het idee dat we ‘elders’ vandaan komen, geeft ruimte voor het verlangen om ergens wél helemaal te passen. Dit verlangen hoeft niet letterlijk te betekenen dat ik van de Pleiaden of een andere ster kom, ook al heb ik die opvallende geboortevlek, maar het kan symbool staan voor een diepe, zielsnatuurlijke verbinding met het grotere geheel van het bestaan, een verbinding die in onze huidige wereld nog te weinig ruimte lijkt te krijgen (tenzij je die zelf neemt).

En misschien herken jij ook wel dat verlangen naar eenheid, samenhorigheid en diepe verbinding met een collectieve ziel die veel starseed-verhalen als thema brengen: een thuis vinden in een wereld die we als afgescheiden ervaren. Ja, die archetypische energie van een deeltje dat op zoek is naar z’n plek in het grotere geheel, zoals in het Kanaal van Community, maar algeheel ook een collectieve herinnering naar ons bestaan buiten de Maya waarin we onszelf als afgescheiden ervaren.

Bovendien ervaren we in het collectief allemaal een gemis — zij het onbewust — van die noodzaak om het vrouwelijke principe, het niet-zichtbare en de intuïtieve kracht, te integreren in een wereld die momenteel nog steeds sterk wordt gedomineerd door logica, materiële controle en het zichtbare. Dit verlangen kan zich uitdrukken in verhalen over kosmische verbindingen, omdat die verhalen ons uitnodigen om voorbij de grenzen van onze zintuigen te kijken. Dit verlangen wordt nu misschien weer sterker, omdat we op het punt staan een belangrijke verschuiving in bewustzijn te maken, met het einde van het Kruis van Planning en de komst van het Kruis van de Slapende Feniks.

Al eeuwenlang zijn verhalen een middel geweest om het tribale en collectieve geheugen op te frissen en levenslessen te brengen over generaties heen. Verhalen ook over het mysterie van het leven, die Richard Rudd bijvoorbeeld meer poëtisch en archetypisch uitdraagt via zijn Gene Keys. Hij lijkt ruimte te geven aan het onbenoembare en nodigt uit om oude verhalen, zoals die van Atlantis en Lemurië, als metaforen en energetische herinneringen te zien. Zijn neutraliteit voelt open, zonder dat het een bevestiging hoeft te zijn van een specifieke waarheid. Dit maakt zijn benadering misschien zachter en meer resonerend met mijn verlangen (en dat van zovele anderen) om yin-kwaliteiten te omarmen: intuïtie, verbeeldingskracht en het mystieke.

Ra Uru Hu en de geruststelling van eenvoud

Daarnaast biedt Ra’s eerder nuchtere benadering een tegengewicht tegen wat soms overweldigend of vaag spiritueel kan voelen. Zijn perspectief kan helpen om te aarden: het idee dat we hier zijn om onze mechanica te begrijpen en in harmonie met ons Design te leven, zonder dat we naar externe kosmische verklaringen hoeven te zoeken. Het biedt eenvoud en een focus op het hier en nu.

Toch sloot Ra ook niet uit dat we verbonden zijn met sterrenstof, gezien het neutrino-veld en hoe de kosmos op ons inwerkt, als basis voor de Human Design-imprints voor en tijdens de geboorte en doorheen het transit-veld en de interactie die we met anderen en de wereld om ons heen hebben. Zijn stelling lijkt eerder een waarschuwing te zijn tegen escapisme en projecties die ons van onze incarnatie afhouden.

Ik ken namelijk heel wat mensen die aan het lichaam, aan de vorm willen ontsnappen of zo snel mogelijk een uitgang uit de Maya willen vinden. Hun hele leven zijn ze eigenlijk niet helemaal goed geïncarneerd in de vorm, lijkt het. En dat is best jammer, want de bedoeling van het incarneren is natuurlijk de ervaring van het mens-zijn in al zijn facetten te omarmen.

Het ontsnappen aan de vorm en de Maya gebeurt sowieso wanneer we sterven. Wie wil nu zo snel mogelijk daar zijn? Ook dat lijkt voor mij sterk op het niet kunnen ‘hier zijn’, wat op zich al duidt op een bijzondere levensles. Het lijkt soms of de hele wereld op zoek is naar een manier om niet ‘hier’ te moeten zijn en het lijden dat daaruit voortkomt is onvoorstelbaar. Ik vind het met momenten echt bijna ondraaglijk pijnlijk om te aanschouwen (ook bij mezelf). Het is het afwijzen van het leven zelf en ook van de essentie die we als mens komen uit te dragen. Al kan die afwijzing natuurlijk een rol zijn die ons iets belangrijks leert, maar ik zie mensen natuurlijk veel liever hun menselijk bestaan omarmen en hun unieke kracht oppakken.

Ik postte dit onlangs op Threads: “Through limitation, we learn to transcend limitation. Without integration of limitation there is no liberation.” Voor mij sluit dit aan op de ervaring dat aan je lichaam willen ontsnappen niet naar de bevrijding leidt waarnaar je op zoek bent.

Na mijn tienerperiode van dromen over andere werelden waar het fijner vertoeven is, groeide ik doorheen vele ervaringen en teleurstellingen en het voortdurend in aanraking komen met escapisme en spiritual bypassing naar de andere kant van de slinger door: nuchter en sceptisch, opgelucht in een realiteit die veel minder complex lijkt, maar tegelijk ook erg benauwend kon aanvoelen. Tot ik de afgelopen jaren weer werd uitgedaagd mijn blik te verruimen.

Harmonie in de dualiteit

Daar zijn we dan weer. De titel van een van mijn oudere blogs.

Ik merk dat ik recent veel meer vanuit een openheid wil opereren, niet zozeer vanuit een “het is waar” of “het is niet waar”.
Mijn gevoel van ‘anders’ zijn, dat ik ervoer als tiener (en nog steeds, maar nu in de vorm van uniekheid, wat een totaal andere dimensie geeft aan mijn begrip en ervaring), verbond me intuïtief met de verhalen uit mijn tienertijd. Die verhalen boden me een spiegel voor mijn gevoel van anders zijn, van zoeken naar verbinding in een wereld die soms kil en rationeel kan aanvoelen.

Wat als het antwoord zit in het praktische en nuchtere van Ra, de poëtische ruimte van Richard én mijn eigen verlangen naar betekenis en verbinding?

Ja, ik kom weer uit bij die paradox: het tegelijk ruimte kunnen houden voor de mogelijkheid dat het bestaat en niet bestaat, waar ik een vreemd soort stabiliteit en vertrouwen uit kan halen. Die paradox is gek genoeg een krachtig punt van stabiliteit voor mij: het vermogen om ruimte te houden voor zowel het mogelijke als het onmogelijke, waardoor ik kan navigeren tussen beide, afhankelijk van wat op dat moment waardevol, expansief en helpend is voor mijn proces. Maar zonder mezelf vast te pinnen.

Er zit een subtiele vrijheid in het niet volledig hoeven geloven of afwijzen. Het geeft me ruimte om te spelen met ideeën, om ze te verkennen als metaforen of mogelijke realiteiten, zonder dat mijn identiteit of stabiliteit ervan afhankelijk is. En tegelijkertijd biedt het een soort rust: ik hoef niet de waarheid te kennen om een zinvol en verbonden leven te leiden.

Deze houding past ook mooi bij mijn Projector-energie en die diepe contemplatieve kracht die ik in me heb. Projectors zijn van nature ontworpen om te zien en te gidsen, en juist dat vermogen om de dingen vanuit meerdere perspectieven te bekijken, maakt mij krachtig als gids, denk ik zo. Het helpt me ook om de juiste vragen te stellen. Ik kan anderen helpen om dezelfde paradox te omarmen, zodat ze niet vastlopen in dogma’s of ontsnappen in verhalen die hen niet dienen.

En die stabiliteit en dat vertrouwen vinden in die paradox is misschien wel mijn eigen vorm van ‘thuis’: niet een plek of een vaststaand antwoord, maar een ruimte waarin ik mezelf kan zijn, vrij om te verkennen en tegelijk te aarden in het niet-weten. Ja hoor, balans dus, als harmonie in die dualiteit.

De paradox als plek waar magie ontstaat

Richard Rudd verwijst in zijn dikke Gene Keys-boek ook naar de paradox als de plek waar magie ontstaat.
Dat is echt de essentie van hoe de wereld werkt buiten de dualiteit van waar/niet waar, juist/fout. Het is precies daar, in dat niemandsland tussen zekerheid en mysterie, dat je de ruimte vindt om te spelen, te creëren en je te verbinden met iets dat groter is dan jezelf.

Speelsheid is zo’n belangrijk sleutel die ik soms veel te snel vergeet. Het brengt ons terug naar een staat van openheid en vertrouwen, waarin we niet alles hoeven te begrijpen om er vreugde en betekenis uit te halen. Het haalt ons weg uit het gewicht van het rationele denken en opent de deur naar inspiratie en magie. En magie is niet altijd iets ongrijpbaars — het kan net zo goed een plotselinge heldere gedachte zijn, een synchroniciteit, of het gevoel dat iets precies op z’n plek valt. Dat heb ik de laatste weken wel vaker gehad in het contempleren van deze thema’s.

Speelsheid is yin in actie — het loslaten van controle, het toestaan van verwondering en het laten gebeuren van datgene wat niet te forceren is (en daar mindful naar te kijken). Het is precies wat tegenwicht biedt aan een wereld die zo vaak probeert alles te verklaren en te beheersen.

Misschien kun je dit, net als ik, als een soort kompas meenemen: elke keer dat je voelt dat je vastloopt in de vraag of iets klopt of niet, kun je jezelf eraan herinneren dat magie niet van zekerheid komt, maar van het durven omarmen van het mysterie. Dat is waar jouw kracht ligt, zeker als je een Projector bent zoals ik, of een denker, maar ook gewoon een mens.

Overgave op de wip van het dualistische leven

De wip is voor mij een metafoor voor balans, een krachtige reminder dat balans niet hetzelfde is als stilstand of een rigide of vermijdende middenpositie. Het laat zien dat evenwicht dynamisch is, een constante beweging tussen uitersten. Het accepteren van die beweging, en zelfs het plezier ervan inzien (“leun achterover, ontspan en geniet van de reis,” was een van Ra’s befaamde uitspraken), brengt een heel ander soort stabiliteit: eentje die niet afhankelijk is van controle, maar van overgave.

Het lemniscaat is ook zo’n voorbeeld: van hoe die constante beweging nooit eindigt, maar altijd weer overloopt van einde naar begin en terug. De wip beweegt op en neer, net zoals onze gedachten en gevoelens heen en weer kunnen schieten tussen zekerheid en twijfel, tussen weten en niet-weten. Maar zolang je je realiseert dat jij niet de uiteinden bent maar de wip zelf, kun je in dat dynamische proces blijven staan zonder eruit te vallen of je evenwicht te verliezen.

Het leven is altijd in beweging, en juist daar, in die beweging, zit de magie.
Wat belangrijk is, is niet proberen de wip stil te leggen of het leminscaat op te lossen (waar is de uitgang?), maar leren genieten van de rit en daarin voor anderen een voorbeeld zijn, een baken van rust en stabiliteit in de grote en kleine stormen van onze tijdsgeest.

Stabiliteit vind je niet buiten jezelf, maar in jezelf — precies daar waar je de beweging accepteert. In die acceptatie cultiveer je iets wat Richard Rudd in de Gene Keys kernstabiliteit noemt, die ook leidt naar het vervullen van je unieke levensdoel. Dit is een stap uit het Gouden Pad, met name in de Activeringsreeks: thuiskomen bij jezelf en vanuit dat unieke genie dienstbaar zijn aan het grotere geheel.

Vond je dit waardevol?

Doneer via Stripe ⊹ Doneer via Paypal



0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Recente reacties

Geen reacties om te tonen.

Archief

Deze website gebruikt cookies. Indien je doorgaat met het gebruik van deze website, dan ga je akkoord met het gebruik van cookies.  Meer info